De soldaten van ons immuunsysteem

De R is weer in de maand... en overal om je heen hoor je tips om je immuunsysteem te boosten.

Maar wat is eigenlijk een goed werkend immuunsysteem? Moet je met het 'boosten' van dat systeem ervoor zorgen dat je nooit ziek wordt? Is de definitie van 'gezondheid' dan ook 'nooit ziek worden'? Misschien denk je dit. En toch... het klopt niet.

Een goed werkend immuunsysteem is het mechanisme in ons lichaam dat adequaat reageert op bacteriën, virussen of andere ziekteverwekkers. Dat doet het door een ontsteking op gang te brengen. Daardoor kunnen de 'soldaten' in de vorm van witte bloedcellen versneld naar de plaats des onheils om de indringers onschadelijk te maken. Meestal lukt dit binnen 72 uur. De ontstekingsreactie is dan kort en gaat weer uit. Op die manier is het immuunsysteem in balans.

Wanneer je langer ziek blijft of steeds terugkerend ziek wordt, geeft dat aan dat je immuunsysteem is verzwakt. Als je nooit ziek wordt, is dat vaak een signaal dat je immuunsysteem onderdrukt wordt onder invloed van (chronische) zware stress, waardoor een ziekte niet doorbreekt, maar er wel allemaal vage klachten ontstaan. Hierbij kunnen ook andere factoren een rol spelen, zoals een tekort aan gezonde vetten, vitamines en mineralen. Of een verstoorde hormoonhuishouding van onder andere leptine en insuline. 

Het gaat er dus niet om dat je nooit ziek wordt, maar het gaat erom dat jouw lichaam in balans is. 
Een paar algemene tips, die voor íedereen belangrijk zijn:

• Zorg voor voldoende ontspanning in je leven. Speel, lach, knuffel en slaap zoveel als je kunt.
• Let op je bioritme. Geniet van zoveel mogelijk zon, frisse buitenlucht en beweging.
• Eet lekker veel groente (liefst 400-500 gram per dag), aangevuld met fruit.
• Eet niets meer na je avondmaaltijd.
  's Nachts is je immuunsysteem het meest actief, tenzij jij dat verstoort door 's avonds laat nog te gaan snacken en snaaien.
• Houd je bloedsuikerspiegel stabiel.
  Glucose hecht aan de eiwitten in ons bloed. Onze immuun cellen hebben aan de oppervlakte eiwitten die functioneren als voelsprieten en daarmee op zoek zijn naar een vorm van gevaar. Een hoge glucosespiegel verzwakt deze functie. Je wilt dus vooral eten zonder een piek in je bloedsuikerspiegel te veroorzaken.